Rechter vernietigt ACM-prioriteringskader voor stroomaansluitingen: nieuwe kansen voor de OV-sector.

Vandaag, dinsdag 11 maart, heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven geoordeeld dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een nieuw prioriteringskader moet opstellen voor stroomaansluitingen. OV-NL en DOVA waren allebei appellant in deze zaak.  Volgens het College is het besluit van de ACM onzorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd.

Hatte van der Woude, voorzitter OV-NL, “Het is van groot belang dat het openbaar vervoer prioriteit krijgt bij aansluitingen op het elektriciteitsnet. Het is een vitale sector, en de problemen voor het openbaar vervoer als het gaat om netcongestie moeten dus ook in dat licht gewogen worden. Het is van groot belang dat het openbaar vervoer snel en adequaat kan blijven inspelen op de groeiende vraag naar duurzame mobiliteit in Nederland. Daarnaast blijven de OV-bedrijven zich inzetten om netcongestie tegen te gaan door het zo efficiënt mogelijk benutten van de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet, door kennisuitwisseling en innovatie. Dat biedt enige verlichting, maar kan nooit het hele, nu al prangende probleem oplossen, daarvoor is echt prioriteit op het net nodig.”

Jan van Selm, directeur samenwerkingsverband DOVA, “In het eerder vastgestelde kader kregen aanvragen voor stroomaansluitingen van het openbaar vervoer zonder extensieve onderbouwing geen voorrang, wat ons inziens geen recht deed aan de maatschappelijke waarde van een robuust openbaar vervoerssysteem.”

Volgens de rechter is het prioriteringskader onzorgvuldig voorbereid en ontoereikend gemotiveerd, met hierbij de volgende drie specifieke punten:

  • De ACM heeft alleen de Verordening Gasleveringszekerheid als uitgangspunt genomen voor het onderscheid in categorieën en functies. Zij heeft ten onrechte geen zelfstandige, zorgvuldig gemotiveerde afweging van alle betrokken belangen gemaakt.
  • De ACM moet meer en andere Europese en nationale regelgeving en beleid bij haar afweging betrekken en daarbij ook aandacht besteden aan de argumenten die diverse appellanten naar voren hebben gebracht, zoals het bestaan van een wettelijke duurzaamheidsverplichting en de noodzaak van ondersteunende functies voor uitvoering van publieke taken.
  • Ook moet de ACM de feitelijke (dynamische) situatie met betrekking tot netcongestie bij de belangenafweging betrekken.

 

Het College erkent in de uitspraak expliciet dat bij appellanten die belangen vertegenwoordigen van een bepaalde sector zoals openbaar vervoersbedrijven, het College het aannemelijk acht dat zij actief zijn en opkomen voor de collectieve en belangen die zien op de functies waarin hun achterban actief is. Ook vindt ze het aannemelijk dat het prioriteringskader gevolgen heeft voor deze functies, ze worden feitelijk geraakt door het prioriteringskader.

Tot er een nieuw kader is, geldt het oude. Wij hopen dat de ACM deze tijd gebruikt om een goede afweging te maken voor het collectief belang van mobiliteit.

Lees hier de volledige uitspraak van het CBb